Philips’ gloeilampenfabrieken
Philips exists 60 years
De opkomende markt voor elektrisch licht in Europa bood ruimte aan gespecialiseerde bedrijven die op de hoogte waren van de laatste technische ontwikkelingen – en daar ook aan bijdroegen.
Zo ook Philips. Gerard Philips wist waarover hij het had toen hij in 1891 in Eindhoven in een leegstaand fabriekje aan de Emmasingel – nu de locatie van het Philipsmuseum – gloeilampen begon te produceren. Hij kende de weg in de internationale industriële wereld, doorzag het belang van patenten, had de nodige vakkennis opgedaan (bijvoorbeeld om kooldraad in massaproductie te vervaardigen) en had bij een rondgang langs Nederlandse gloeilampenproducenten zijn ogen goed de kost gegeven. Gedreven zette hij zich aan het bestellen van machines, dynamo’s, meetapparatuur, chemicaliën en halffabricaten als lampvoeten en glazen peertjes.
Opvallend aan het jonge Philips was dat het zich op één product richtte: de kooldraadlamp. De afzetmarkt was Europa. Tot 1912, toen Nederland een patentwet kreeg, kon Philips straffeloos vindingen van anderen kopiëren. Vanaf 1894 maakte Philips winst en werd de bedrijfsruimte uitgebreid.
In de periode 1895-1905 steeg de jaarproductie met een factor twintig tot vier miljoen stuks gloeilampen. Na AEG en Siemens & Halske was Philips & Co (vanaf 1912 NV Philips’ Gloeilampenfabrieken) in omvang de derde gloeilampenproducent in Europa.


How to cite this page
Dirk van Delft, 'Philips’ gloeilampenfabrieken', Inventing Europe, http://www.inventingeurope.eu/story/philips-light-bulb-factory
Sources
- Heerding, A. The origin of the Dutch incandescent lamp industry. (Vol. 1 of The history of N.V. Philips gloeilampenfabriek). Cambridge, Cambridge University Press, 1986.
- Heerding, A. A company of many parts. (Vol. 2 of The history of N.V. Philips' gloeilampenfabrieken). Cambridge, Cambridge University Press, 1988.