Patentenleverancier met status
Om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden waren innovaties voor een gloeilampenproducent een must. Een eigen onderzoekslaboratorium stond garant voor nieuwe producten en ook de bijbehorende patenten brachten geld in het laatje.
In 1911 sloot General Electric een gloeilampendeal met het Duitse trio AEG, Siemens & Halske en de Auergesellschaft: de Patentgemeinschaft. Philips’ Europese afzet liep groot gevaar, en het bedrijf zag zich gedwongen zich op de Amerikaanse markt te richten. General Electric zag de bui hangen en bood ook Philips licenties aan.
Het was tijdens deze onderhandelingen dat Gerard en Anton Philips, aangemoedigd door de Nederlandse patentwet van 1912, de conclusie trokken dat afhankelijkheid van de kennis van andere bedrijven, inclusief patenten, grote risico’s met zich meebracht. En dus kwam er in navolging van General Electric een eigen Philips onderzoekslaboratorium, het Natuurkundig Laboratorium of NatLab.
Toen Gilles Holst zich op 2 januari 1914 als eerste directeur meldde, kreeg hij van Gerard Philips een dubbele opdracht: een natuurkundig onderzoekslaboratorium op poten zetten en dat benutten om zoveel mogelijk te weten te komen over de gloeilamp. Het NatLab opereerde internationaal en trok Europese coryfeeën als Gustav Hertz aan ter versterking van de academische status.


How to cite this page
Dirk van Delft, 'Patentenleverancier met status', Inventing Europe, http://www.inventingeurope.eu/story/patent-supplier-with-stature
Sources
- Boersma, K. Inventing structures for industrial research: a history of the Philips NatLab 1914-1946. Aksant, 2002.
- Vries, M.J. de. 80 years of research at the Philips Natuurkundig Laboratorium 1914-1994 [with contributions by F. Kees Boersma]. Pallas Publications, 2005.