NatLab: centrum voor transnationaal onderzoek?

Kort na haar oprichting in 1914, werd het Philips Natuurkundig Laboratorium (NatLab) onderdeel van een internationaal wetenschapsnetwerk.

In de lente van 1923 bezocht Albert Einstein, die in 1921 de Nobelprijs had gewonnen, Eindhoven om een lezing in het NatLab te geven. Met zijn bezoek toonde hij zijn respect voor de kwaliteit van het NatLab en de daar werkzame groep internationale onderzoekers.

Europa’s gebrek aan technische universiteiten maakte dat plaatsen als het NatLab de aandacht trokken van vermaarde gastdocenten als Einstein. Eén van de onderzoekers bij het NatLab was de Duitse fysicus Gustav Ludwig, die in 1925, voor hij bij NatLab in dienst trad, de Nobelprijs had gekregen.

Onder leiding van de jonge, in Leiden opgeleide fysicus Gilles Holst, werd het NatLab opgezet naar het voorbeeld van het laboratorium van General Electric. Al snel kreeg het een reputatie voor haar fundamenteel en toegepast onderzoek naar radiolampen, röntgenapparatuur en gasontladingslampen.

Onderzoek naar de radiotechnologie was eveneens succesvol met de in Eindhoven ontwikkelde pentode die in de hele wereld in radio’s werd gebruikt. De Phohi radiozender, die Nederland met Indië verbond, liep voorop op het terrein van radioverbindingen.

Na 1945 kon het NatLab de Plumbicon televisiebuis, de bijdragen aan geïntegreerde circuits en de samen met Sony ontwikkelde compact disc, tot de internationale successen rekenen. De betekenis van het NatLab voor Philips verminderde toen het bedrijf in de jaren tachtig en negentig zijn activiteiten geleidelijk naar andere landen overbracht.   

How to cite this page

Sources